AED’s voor dummies: de wat, hoe en wanneer vragen
Vergroot de overlevingskans
Ieder jaar vinden er in Nederland tussen de 7000-8000 reanimaties buiten het ziekenhuis plaats. In 70- tot 75% van de gevallen beginnen omstanders met het reanimeren van het slachtoffer, totdat de ambulance gearriveerd is. Dit verdubbelt de overlevingskans! De meeste van deze reanimaties vinden plaats in en rondom huis, wel 65- tot 70%. Opeenvolgend komt dit het meest voor op straat en in een openbaar gebouw.
De kwaliteit van het leven na een hartstilstand is afhankelijk van verschillende factoren. Hoe snel is er bijvoorbeeld met de reanimatie begonnen en is er gebruik gemaakt van een AED tijdens de reanimatie? Dit is zeer belangrijk om de vitale functies in werking te houden en het hart te kunnen herstarten. Maar wat is nou eigenlijk een AED? Wanneer wordt een AED ingezet en hoe gaat dat in zijn werking? Lees snel verder.
Wat is een AED apparaat?
De afkorting AED staat voor Automatische Externe Defibrillator.
Een AED is een draagbaar apparaat dat een schok kan toedienen bij een hartstilstand. Deze schok kan er dan voor zorgen dat het hartritme weer hersteld kan worden.
Hoewel men vaak denkt dat het hart stilstaat tijdens een hartstilstand, is dit niet geheel het geval. Het hart verkeert als het ware in een chaotische toestand, waarbij snelle prikkelingen ervoor zorgen dat de hartkamers niet meer samentrekken. Hierdoor wordt er geen bloed meer rondgepompt en stopt de toevoer van zuurstof en voedingsstoffen naar de rest van het lichaam. De schok van een AED kan in zo een toestand het hart resetten, waardoor de hartkamers weer normaal gaan pompen. Met alleen het geven van borstcompressies en beademing is het niet mogelijk het hart te resetten. De overlevingskans van de patiënt is daarom aanzienlijk groter wanneer er een AED gebruikt wordt tijdens een reanimatie.
Start je de reanimatie bij een hartstilstand binnen 6 minuten en is er een schokbare hartritmestoornis die je defibrilleert met een AED, dan is de overlevingskans 50 tot 70% (bron: Hartstichting).
Wanneer en hoe wordt een AED apparaat gebruikt?
Een gebruiksklare AED is altijd voorzien van een elektrodenset. Tijdens een reanimatie dienen deze elektroden op de ontblote borstkas van het slachtoffer geplakt te worden. De AED kan namelijk door middel van deze elektroden het hartritme analyseren. Dit is van belang om te bepalen of er wel of geen schok toegediend moet worden.
Wanneer geeft de AED een schok?
Wanneer de AED klaar is met de hartritmeanalyse zal het apparaat de hulpverlener stapsgewijs door het reanimatieproces heen helpen. Zo wordt er aangegeven of er doorgegaan moet worden met reanimeren, of dat er een schok afgegeven dient te worden.
De AED geeft alleen een schokopdracht als er een schokbaar hartritme gemeten wordt. In medische termen gaat het om VF (ventrikelfibrilleren) en VT (ventrikeltachycardie). In beide toestanden kan het hart het bloed niet goed rondpompen. De schok van de AED kan helpen om het ritme weer herstellen.
Wanneer de AED een schok adviseert, moet het slachtoffer worden losgelaten. Een volautomatische AED dient de schok vervolgens zelf toe. Bij een halfautomatische AED druk je zelf op de schokknop om de schok toe te dienen. Het apparaat vertelt dat de schok is afgegeven. Op dat moment kun je de reanimatie hervatten, totdat de AED het hartritme weer gaat analyseren.
Geen zorgen, de AED zal nooit een schok toedienen wanneer dit niet noodzakelijk is. Het is daarnaast ook niet mogelijk om zelf een schok toe te dienen zonder dat de AED heeft bepaald dat dit vereist is.
Wanneer geeft de AED géén schok?
Het kan gebeuren dat de AED na de hartritmeanalyse géén schokopdracht geeft. Er zijn verschillende situaties waarin dit kan voorkomen: situaties zonder schokbaar hartritme.
- Wanneer iemand wel bewusteloos is, maar geen hartstilstand heeft. Het hart functioneert nog goed.
- Wanneer er helemaal geen hartactiviteit meer is. Het slachtoffer is dan helaas al overleden.
Wordt er geen schok toegediend, staak de reanimatie dan nog niet. Volg de instructies van de AED. Reanimeren (borstcompressies en beademingen) zorgt ervoor dat er nog wel zuurstofrijk bloed wordt rondgepompt. Dat is noodzakelijk voor de vitale organen. Ga in ieder geval door tot er professionele hulp is.
Altijd de AED aansluiten
Ook als je vermoedt dat het hart nog goed functioneert, is het aanbevolen om een AED te (laten) halen en aan te sluiten. De situatie kan op slag veranderen waardoor reanimeren noodzakelijk is. De hartritmeanalyse van de AED kan uitsluitsel geven of er nu wel of geen schokbaar ritme is.
Een AED is zo ontworpen dat u met aanwijzingen wordt geassisteerd door het reanimatieproces. Iedereen kan dus een AED bedienen, je hoeft hier geen professioneel hulpverlener voor te zijn!
Wat moet je doen tijdens een reanimatie?
Wanneer je merkt dat iemand buiten bewustzijn is, is het belangrijk dat er snel én correct met de reanimatie gestart wordt. Om hierbij te helpen heeft de Hartstichting een speciaal stappenplan ontworpen. Hieronder vind je welke stappen je moet ondernemen in geval van nood:
- Controleer het bewustzijn van het slachtoffer. Dit kun je het beste doen door het slachtoffer voorzichtig heen en weer te schudden. Vraag daarnaast, luid en duidelijk, hoe het gaat. Geeft het slachtoffer geen reactie? Dan is hij/zij bewusteloos.
- Kijk of er omstanders aanwezig zijn en vraag hen om direct 112 te bellen én een AED te halen. Ben je alleen? Bel dan 112, leg je telefoon naast het slachtoffer op de luidspreker. Vraag om een ambulance en geef aan dat het slachtoffer niet reageert. Volg de instructies van de meldkamermedewerker.
- Controleer de ademhaling. Leg een hand op het voorhoofd van het slachtoffer en kantel het hoofd naar achteren om te luchtwegen te openen. Til de kin op met de 2 vingertoppen van je andere hand. Kijk, luister en voel maximaal 10 seconden. Geen of geen normale ademhaling en ben je alleen? Haal dan een AED als deze DIRECT beschikbaar is.
- Start met het geven van 30 borstcompressies. Plaats je handen midden op de borstkas van de patiënt en duw het borstbeen 5 à 6 centimeter in. Herhaal deze handeling 30 keer in een tempo van 100 – 120 keer per minuut.
- Pas de kinlift toe, kantel het hoofd van het slachtoffer naar achter en knijp de neus dicht. Pas mond-op-mondbeademing toe. Beadem 1 seconde zó dat de borstkas omhoog komt. Doe dit 2 keer en zorg ervoor dat deze handeling in totaal niet langer dan 10 seconde duurt. Ga hierna door met het reanimeren en wissel 30 borstcompressies af met 2 beademingen. Mocht er een 2e hulpverlener zijn, wissel elkaar dan elke 2 minuten af.
- Gebruik de AED, maar onderbreek de reanimatie zo kort mogelijk. Ontbloot de borstkas van het slachtoffer en zet de AED aan. De AED zal nu aangegeven wat er gedaan dient te worden. Blijf de opdrachten van de AED volgen totdat de ambulancezorgverleners arriveren en aangeven dat u mag stoppen.
Wat als er geen AED apparaat in de buurt is?
Als burgerhulpverlener is het van belang om altijd reanimatie te geven, óók als het een langere tijd duurt voordat er een AED beschikbaar is, of als er zelfs helemaal geen AED apparaat in de buurt aanwezig is. Hoewel het nu dus helaas langer duurt voordat het slachtoffer een hart-reset kan krijgen, zorgen hartmassages en mond-op-mondbeademingen er wel voor dat andere vitale functies intact blijven. Zo blijft er bijvoorbeeld door het geven van compressies bloedt naar de hersen stromen, waardoor de hersenfunctie veilig gesteld kan worden.
Welke AED is geschikt voor jouw situatie?
Mocht je na het lezen van bovenstaande informatie een AED apparaat beschikbaar willen stellen voor bijvoorbeeld jouw bedrijf, organisatie of vereniging, dan kan het nog weleens moeilijk zijn om de juiste AED te kiezen. Er zijn namelijk behoorlijk wat AED’s verkrijgbaar, met uiteenlopende specificaties en variërende prijzen. Hier vind je een filmpje waarin wij in slechts 10 minuten uitleggen waar je op kunt te letten bij de aanschaf van een AED. Heb je hierna nog vragen? Aarzel dan niet om contact op te nemen met onze klantenservice. Je kunt hen bereiken via +31 (0) 118 - 620074 of via [email protected].